Time is on my side, yes it is…

Time is on my side, yes it is

Now you always say, that you want to be free

But you’l come running back to me

Yeah, yeah, yeah, time is on my si-de…

Tijdens het uitwerken van de tape van de sessie van 16 december jl. over YF in Leidschendam  (mind you, ruim een dag over gedaan, pff, over tijd gesproken), kwam dit liedje bij me naar boven. Waarom, vraag ik me dan af.

Tijdens het uitwerken viel het me op dat tijd, timing, op tijd zijn, tijd hebben, een thema leek te zijn in deze sessie. Het leek net een estafette-brainstorm: waarbij mensen in- en uitvliegen en aan tafel bleef een soort van harde kern. Zowel aanvangstijd als vertrektijd waren volatiel (mensen vlogen in en uit), gedachtes waren volatiel (die vlogen ook in en uit), en afspraken leken volatiel (totdat Menna ze vastlegde).

Ook mijn gevoel over en voor de tijd begon van binnen te rommelen: als we zo doorpraten, zo door-onderzoekend, dan halen we de deadline nooit. Het leek meer een denktank dan een doetank. En alhoewel ik het eerste graag mag, zit er spanning op de doe-tijd. Dus ik werd onrustig, en was vast niet de enige. Ging drukken op concreetheid, terwijl dat ene woord (mochten er ook twee zijn), de kapstok van alles, nog niet op tafel lag en voor veel stilte zorgde.

Dan maar eerst doen, en later ‘het’ (woordje)  bedenken? Of toch maar eerst ‘ het woordje bedenken’  en dan heel snel nog doen.

Het hebben van een deadline (ook weer tijd), heeft wel wat gedaan in het gesprek. Zodra deze datum door Menna werd voorgesteld en monumentaal onderbouwd – eerder kan niet en later ook niet – werkt de tijd als een magneet. Wat moet er af voor die tijd en aan welke beslissing draagt het bij. Er kwam versnelling in het gesprek. Tegelijkertijd, wanneer het op acties en wie doet wat aankomt, was het met name Menna die hard aan het werk was. En Laurens, die als bruggen-hoeder de condities naar Aad en de Indonesische kerk legt.

Onderliggende vragen tijdens de sessie gaan over tijd en prestatie: Hoe komen we tot een team dat de schouders eronder zet en zorgt dat 15 maart (en 18 maart) een succes zijn?  Hoe zorg je ervoor dat vrijwilligerswerk, want dat is het, geen werk wordt en dat je dus naast je werk hier ook tijd voor hebt? Hoe zorgen we dat de tijd onze vriend wordt? Hoe zorg je ervoor dat we elkaar vinden, los van de real-time?

Ik vraag me af, al reflecterend: Wat heeft tijd met YF te maken? en met YF-Life?

Zolang ik Menna ken en haar activiteiten voor YF is tijd niet echt een hinderende factor geweest. Met grote bewondering – en constructieve jaloezie ook wel- ervaar ik dat. In korte tijd weet ze evenementen te realiseren, exposities te bouwen, scholen te bezoeken, in Eindhoven te presenteren door het gewoon te doen. Vrachtwagens laden, sokkels maken, kerk inrichten, heel veel is haar eigen handenwerk. Waar ik een maand over zou doen, doet zij gedurende het knipperen van mijn ogen.

Zolang ik Jan ken, is tijd en vooral tijdsdruk een extra factor in de ruimte. In al de tijd dat ik in de denktank zit en we aan het praten zijn over het gedachtegoed delen met de samenleving, meer naar buiten treden, bouwen aan een museale context is voor mij de factor tijd aanwezig als een extra entiteit. Misschien komt het, omdat Jan, toch wel de grote aanstichter, al in de tachtig is en een grote druk zet op resultaten, in de tijd die hem nog gegeven is. Ook als was hij in de Amsterdam sessie niet letterlijk aanwezig, maar zijn tijdsdruk was er zeker

Wat heeft tijd te maken met anders denken, anders kijken?

Laat ik maar met mezelf beginnen met anders voelen: gewoon mijn eigen klok stil zetten…dan ziet de wereld er al anders uit.

Caroline van der Linden, Amsterdam 28-12-11