Soms resoneert een terloopse opmerking of verhaal. Of iets dat je onderweg tegenkomt en je verrast. Zoals tijdens een wandeling, de ontdekking van een oud ijzeren hek helemaal vergroeid met een boom. Deze onverwacht mooie én pijnlijke symbiose leidt bij mij tot de vraag: hoe kunnen ogenschijnlijke tegenpolen elkaar toch vinden, zelfs omarmen? Mijn nieuwsgierigheid leidt vervolgens tot onderzoeken: door er over te lezen, met anderen over in gesprek te gaan, hypotheses en aannames uitwerken, er over te schrijven, etc. Samen onderzoeken en delen van diverse perspectieven leidt vaak tot bijzondere gesprekken, nieuwe inzichten, wijsheid en verandering.
Onderzoeken vraagt een vrije blik. Verdiepend observeren van mensen, relaties en organisaties, als een culturele organisatie antropoloog. Veel open en verdiepende vragen stellen, zoals: Wat gebeurt er? Wat zie ik en raakt me? Hoe reageren mensen op elkaar? Wat voor impact hebben interventies? Wat gebeurt er boven- en onderwater? Welke patronen zijn helpend of hinderend? Wat of wie wordt niet benoemd? Het gaat om echt kijken en luisteren, met een open geest, hart en wilskracht (Scharmer, Theory U).
Zo heeft bijvoorbeeld een ontmoeting in Egypte met een fotograaf die een serie maakte over gelovige mensen, mijn nieuwsgierigheid gewerkt. Ik vroeg hem: hoe herken je gelovige mensen? Hij had geen antwoord. Thuisgekomen ben ik al onderzoekend het beeld Geloven gaan maken. (klik en kijk) Drie grote, marmeren en bijna abstracte koppen – uit één stuk marmer – die een heilige drie-eenheid vormen met hun ‘identiteiten’: de verbinder, de verlichter en de verruimer. Voor mij (respectievelijk) drie perspectieven van geloven: verbinding zoeken met de ander, met boven en buiten. De koppen zijn met elkaar verbonden door grote holle ‘tussenruimte’ in hun hoofd. Een collectieve ruimte van en voor verhalen, waarden en aandacht. Vooraf wist ik niet, wat er achteraf uit mijn beeldend onderzoek zou komen.
Een tweede voorbeeld. Het bekende onderscheid tussen IQ (linker hersenhelft, slimheid) en EQ (rechter hersenhelft, emotionele intelligentie) splitst ons denken. Mijn onderzoeksvraag is: wat zorgt nu voor de mentale verbinding in de mens, wat is de (symbolische) corpus callosum? Dit resulteerde in het doen van ondermeer het ‘witte tentjes’ experiment op de Baak: hoe reageren mensen op een dialoog met een kunstwerk? En een schrijven over ‘Esthetische Intelligentie, toegepast op leiderschap’ (Insead, 2008). Vrij vertaald: hoe kan je met al je zintuigen (aisthetis) tussen de regels door lezen (inter legere, tussen lezen) van dat wat nieuw of vernieuwend is en zich al aandient? Een vermogen van de esthetische leider om het totaal van een organisatie of systeem, met alle boven-, onder- en dwarsstromen beter te kunnen (over)zien. Om het Ware (harde resultaten), het Goede (duurzaamheid, ethiek) en het Schone (zintuigelijke beleving) in processen beter te zien en op elkaar af te stemmen. Esthetische intelligentie als vermogen om zinvolle, wijze en nieuwe beslissingen te nemen.
Derde voorbeeld. Mijn promotieonderzoek en boek ‘In het handelen toont zich wijsheid’ (2017) onderzoekt de vraag hoe je schwung (passie, bevlogenheid, idealisme) kunt organiseren. Stel, een groep bevlogen mensen heeft een inspirerende visie of droom ontwikkeld over hoe je met abstracte kunst de wereld een stukje mooier en verdraagzamer kunt maken. Naast dit goed onderbouwd gedachtegoed, heb ik in mijn casus te maken met bevlogen mensen, ervaringen met succesvolle evenementen, sponsoren, vrijwilligers en de beschikking over een grote collectie abstracte kunst. Mijn onderzoek start, wanneer na lang zoeken een geschikte lokatie beschikbaar komt om de droom ook daadwerkelijk te verwezenlijken. In een enkelvoudige, kwalitatieve casestudie heb ik geobserveerd wat er gebeurt als een groep bevlogen mensen een nieuwe artistiek/culturele onderneming start. Wat gebeurt er met hun initiële schwung (passie)? Wat voor organisatievorm, leiderschap en mensbeelden ontstaan er? Het organiseren van tussenruimte (inter-esse) in tijd, ruimte, relaties en structuur lijkt wezenlijk om de vele spanningen tussen structuur (organiseren) en vrijheid (schwung) te containen. Daarnaast is esthetisch leiderschap nodig: verbindend, inclusief, betrokken en vooral wijs. De rol van een kritische leermeester, die zorgt dat mensen in en buiten de organisatie gezamenlijk op zoek gaan naar meta-oplossingen die verschillen en spanningen overbruggen, in plaats van polariseren en uit elkaar drijven. Die zorgt voor een cultuur met een gezonde, innovatieve spanning tussen autonomie (kunstenaar eigen), verbinding (organiseren eigen) en waarden.
Tenslotte. Tussenruimte of Inter-esse is een thema dat me – als organisatiecoach, onderzoeker, beeldhouwer – al lang boeit. Een mens kan zich pas ontwikkelen als hij ook zo nu en dan ruimte heeft om vrij te spelen. De Homo Ludens (Huizinga). De ontwikkelende mens, die letterlijk en figuurlijk speelruimte nodig heeft om nieuw gedrag te onderzoeken (Nietzsche). Een ruimte waar niets moet, veel kan. Waar je even niet vast zit aan belemmerende overtuigingen of vaste patronen. Ruimte waar je creatieve geest zin krijgt om iets nieuws te scheppen. Zoals bij een rite de passage (overgangsritueel) in het leven. Ook wel liminale fase genoemd. Limen (latijn) betekent drempel: je staat in tijd en ruimte op de drempel van een volgende fase in je leven. Je laat het oude (kind zijn) achter je en kijkt al naar de nieuwe ruimte (volwassen zijn). Wat neem je je voor om straks anders te gaan doen? De liminale fase, of tussenruimte, helpt je bij deze transitie of transformatie naar de volgende fase. Vergelijk het met Oud en Nieuw en goede voornemens. Ideeën die opkomen onder de douche. Nieuwe inzichten, wanneer je in de trein zit of op Schiphol wacht. Nieuwe ideeën die naar boven komen tijdens een training of vakantie. Je bent niet meer in A (oud) en nog niet in B (nieuw). Je begeeft je in een tussenruimte en hebt tijd om over het nieuwe na te denken, te scheppen en/of ermee te spelen.